Oneerlijke concurrentie in de horeca blijft een hardnekkig probleem. Dat blijkt uit een onderzoek van KHN onder meer dan 1100 horecaondernemers. Steeds vaker zien horecaondernemers zich geconfronteerd met oneerlijke concurrentie door gesubsidieerde instellingen, zoals buurthuizen, schouwburgen en sportkantines. KHN roept gemeenten en de Tweede Kamer op om maatregelen te nemen.
Meer dan 1100 horecaondernemers namen deel aan het onderzoek. Het gaat hierbij om restaurants, hotels, cafés, catering, daghoreca, fastservicebedrijven en vrije tijdsgelegenheden. 83 procent van de horecaondernemers geeft aan last te hebben van oneerlijke concurrentie, met name van gesubsidieerde instellingen die met overheidsgeld horeca activiteiten ontplooien. Denk hierbij aan sportkantines die functioneren als café, schouwburgen die een restaurant exploiteren of dorpshuizen waar privéfeesten worden georganiseerd. Deze instellingen ontvangen veel subsidies en vrijstellingen van overheden. Om oneerlijke concurrentie met horeca ondernemers te voorkomen is daarom in de Drank- en Horecawet opgenomen dat de horeca activiteiten van deze instellingen via een gemeentelijke verordening beperkt dienen te worden.
Een andere vorm van oneerlijke concurrentie betreft particuliere aanbieders die niet gecontroleerd worden door de overheid en daarmee regels en belastingverplichtingen ontlopen. Het gaat hier bijvoorbeeld om de snel opkomende deeleconomie, van thuiskoks die gebruik maken van platforms zoals ShareDnD tot vakantieverhuurders die hun woning commercieel verhuren via platforms zoals Airbnb. Een al veel langer bestaand probleem vormen de (soms grootschalige) zuipketen waar door te veel gemeenten weinig tot niets aan wordt gedaan.
Uit het onderzoek komt naar voren dat er duidelijke verschillen zijn tussen oneerlijke concurrentie per regio. In Amsterdam is de oneerlijke concurrentie door particuliere aanbieders (zoals Airbnb en ShareDnD) het meest genoemde probleem. Dit is logisch gezien het feit dat alleen al Airbnb in onze hoofdstad maar liefst 10 procent marktaandeel heeft ten opzichte van gewone hotels. Maar ook in de rest van het land wordt de problematiek van verhuurplatforms van Airbnb duidelijk gemerkt, zoals Brabant, Drenthe en Zeeland.
In de regio Gelderland kwamen relatief veel klachten binnen over culturele instellingen. Bekend voorbeelden hiervan is het Filmhuis in Arnhem. In het hele land lopen de politieke spanningen over oneerlijke concurrentie door culturele instellingen steeds vaker hoog op. Zo protesteerden ondernemers tegen activiteiten van het theatercafé de Artiest in Venray, en werden vragen gesteld in de Tweede Kamer over een lening die het Filmhuis in Arnhem ontving en werd in het kader van de gemeenteraadsverkiezingen in Utrecht gesproken over een eerlijker beleid rondom poppodium Tivoli. Bijzonder genoemd probleem hierbij is dat deze instellingen volgens horecaondernemers via het oprichten van een aparte horeca BV de paracommerciële verordening ontduiken. In Winschoten bereiden horecaondernemers momenteel een rechtszaak voor tegen de gemeente omdat in theater de Klinker met overheidsgeld commerciële horeca wordt bedreven.
Oneerlijke concurrentie door sportkantines en dorps- of buurthuizen wordt in bijna alle provincies als het grootste probleem genoemd. Het gaat hier bijvoorbeeld om het organiseren van verjaardagsfeesten en bruiloften in de kantine van de voetbalvereniging of het buurthuis. Daarnaast wordt bij sportkantines regelmatig door geschonken tot ver na beëindiging van de wedstrijd of training. Alhoewel de meeste gemeenten hier paal en perk aan stellen via de paracommerciële verordening, ontbreekt het volgens ondernemers vaak aan (goede) handhaving door de gemeente.
Zuipketen, illegale plekken waar zonder enige vergunning alcohol wordt verstrekt, komen voor in heel het land. De meeste klachten komen echter van buiten de Randstad. De provincie Overijssel scoort hierbij hoog.
Tot slot benoemen veel horecaondernemers de toename van horeca in winkels en de verkoop van alcohol door winkeliers als een fikse uitdaging. Het gaat hier onder meer om winkeliers die zonder horecavergunning overgaan tot het schenken van alcohol. Dat is niet alleen in strijd met de wet, het is volkomen onverantwoord. Voor horecaondernemers die een Drank- en Horecawetvergunning willen hebben, geldt dat zij moeten voldoen aan opleidingseisen (ze moeten een Verklaring Sociale Hygiëne hebben) en er worden bovendien eisen gesteld aan de locatie (er moeten bijvoorbeeld 2 gescheiden toiletten zijn). Deze regels zijn er om verantwoord schenken van alcohol te kunnen waarborgen.
Vanaf 2013 zijn gemeenten verplicht om in een verordening maatregelen te nemen tegen oneerlijke concurrentie. Toch namen de problemen voor horecaondernemers sindsdien niet af. 58 procent van de ondervraagde ondernemers gaf aan dat deze onveranderd is gebleven. Volgens 35 procent van de ondernemers nam de concurrentie zelfs toe. Slechts 7 procent van de ondernemers ervaart minder oneerlijke concurrentie.
Opmerkelijk is dat slechts 5 procent van de ondervraagde horecaondernemers het idee heeft dat de gemeente echt goed naar hen luistert op het gebied van oneerlijke concurrentie. 35 procent van de ondernemers vindt enigszins een luisterend oor. Maar liefst 40 procent van de ondernemers voelt zich niet gehoord door haar gemeente.
De resultaten van dit onderzoek bevestigen dat veel gemeenten hun paracommerciële verordening niet goed hebben ingevuld. Er zijn nog steeds veel gemeenten waar gesubsidieerde instellingen of particuliere aanbieders vrijwel zonder beperkingen horeca mogen uitbaten. Ook ontbreekt het in veel gemeenten aan een goed handhavings- en controlesysteem. Als een kantine toch dagelijks langer openblijft dan afgesproken, wordt ze hier niet door de toezichthouders op aangesproken. Hierdoor hebben veel horecaondernemers in praktijk nog steeds te maken met oneerlijke concurrentie.
Gemeente: Coalitie akkoorden
KHN roept gemeenteraadsleden en wethouders –zeker nu zij na de recente gemeenteraadsverkiezingen bezig zijn met nieuw beleid - op om het lokale beleid tegen het licht te houden. In de coalitie akkoorden kunnen maatregelen worden opgenomen voor een betere horecaverordening in relatie tot sportclubs, culturele centra en buurthuizen. Ook kan lokaal beleid worden gemaakt om de deeleconomie in goede banen te leiden en zuipketen tegen te gaan. KHN gaat hierover natuurlijk graag met de lokale gemeentebesturen in gesprek.
Tweede Kamer: pas de drank- en horecawet aan
Daarnaast roept KHN de Tweede Kamer op om een einde te maken aan gesubsidieerde instellingen die de plaatselijke verordening ontduiken door gebruik te maken van de mazen van de wet. In de Drank- en Horecawet moet een bepaling worden opgenomen die vastlegt dat een BV waarin een paracommerciële instelling het voor het zeggen heeft geldt als een paracommerciële instelling zodat ook die BV zich gewoon aan de paracommerciële verordening moet houden. KHN kaart dit aan in aanloop naar een algemeen overleg in de Tweede Kamer over alcoholbeleid op 17 mei.