Bedrijfshulpverlening komt voort uit de arbeidsomstandighedenwet en het arbeidsomstandighedenbesluit. De taak van een bedrijfshulpverlener is vooral: erger voorkomen. Bedrijfshulpverlening is bedoeld om, tijdens situaties die gevaar opleveren voor de veiligheid en gezondheid, letsel en schade van werknemers en derden zoveel mogelijk te voorkomen en te beperken.
De voornaamste taken van de bedrijfshulpverlener zijn:
In de Arbowet, opgesteld door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, staan de wettelijke eisen waar een bedrijfshulpverlener aan moet voldoen. Sinds 1 januari 2007 is dit artikel uit de Arbeidsomstandighedenwet aangepast en de eis van 8 uur herhaling per 2 jaar is komen te vervallen.
In artikel 15 lid 3 staat nu: 'De bedrijfshulpverleners beschikken over een zodanige opleiding en uitrusting, zijn zodanig in aantal en zodanig georganiseerd dat zij de in de Arbowet genoemde taken naar behoren kunnen vervullen'. Dit artikel geeft echter niet aan wat "naar behoren" inhoud. Derhalve worden de oude regels nog wel als leidraad gehouden maar dit is niet meer verplicht. De oude regels zijn als volgt: Om de twee jaar worden per aangewezen werknemer ten minste acht uur besteed aan herhalingscursussen en oefeningen of andere activiteiten. Hiervan wordt een registratie bijgehouden [Arbobeleidsregel 2.21].
Voor bedrijfshulpverleners worden herhalingscursussen en oefeningen of andere activiteiten georganiseerd waaraan de bedrijfshulpverleners deelnemen. Deze cursussen, oefeningen of activiteiten zijn van een zodanige inhoud en frequentie dat de kennis en vaardigheden van de bedrijfshulpverleners op het voor een adequate bedrijfshulpverlening vereiste niveau gehandhaafd blijven [Arbowet artikel 2.22].
Taken en verplichtingen staan beschreven in de arbowetgeving. Ten eerste moet je, wanneer je personeel in dienst hebt, een Risico Inventarisatie- en Evaluatie (RIE) opstellen. Deze RIE zal als basis dienen om te bepalen welke maatregelen en voorzieningen van belang zijn voor de veiligheid. Zo volgt er uit de RIE wat de risico's zijn, wie de bedrijfshulpverleners zijn en welke officiële hulpverleningsorganisaties gewaarschuwd moeten worden bij dreigende calamiteiten. Ook dien je een ontruimingsplan voor calamiteiten op te stellen. Als je eenmaal bedrijfshulpverleners hebt aangesteld en opgeleid, dan zal er ook goede communicatie moeten zijn. Werknemers moeten weten wie de bedrijfshulpverleners zijn en wat de vluchtwegen zijn. Verstandig is het om met het personeel regelmatig een ontruimingsoefening te organiseren.
Een bedrijfshulpverlener moet zo snel mogelijk ter plaatse kunnen zijn (binnen een aantal minuten). Het is dus verstandig te kiezen voor medewerkers die vaak op de werkvloer zijn. Je kiest het best voor medewerkers die doortastend en stressbestendig zijn. De bedrijfshulpverlener moet voldoende kennis hebben om de taken, zoals hierboven benoemd, goed te kunnen uitvoeren. De overheid heeft een opleidingsprofiel voor bedrijfshulpverleners ontwikkeld. Uit jouw RIE moet blijken of dit opleidingsprofiel voldoende is of dat er volstaan kan worden met een vereenvoudigde versie. In sommige gevallen kan de RIE aantonen dat er bedrijfshulpverleners met gespecialiseerde vaardigheden nodig zijn. Jouw arbodienst kan je hierin ook ondersteunen.
De keuze van een opleidingsinstituut is vrij. Maar als je bijvoorbeeld iemand in dienst hebt die al in het bezit is van een EHBO-diploma, dan kun je er ook voor kiezen deze persoon alleen op het gebied van brandbeperking- en bestrijding, ontruiming en de interne procedures bij een calamiteit bij te scholen. Of je organiseert zelf een opleiding in samenwerking met de plaatselijke brandweer en het Rode Kruis. Er zijn dus diverse mogelijkheden om aan de wet te voldoen, zolang je er maar voor zorgt dat de bhv'ers voldoende zijn opgeleid en je hebt vastgelegd hoe ze zijn opgeleid. De arbeidsinspectie zal je naar deze registratie vragen!
Er zijn geen wettelijke normen voor het minimale aantal bhv'ers in een bedrijf. Meestal wordt het aantal benodigde bhv’ers gebaseerd op de risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE). Ook moet je als werkgever rekening houden met het type bedrijf, de ligging, de grootte en het aantal aanwezige gasten.
Iedere werkgever met tenminste één medewerker is verplicht een bhv’er aan te stellen. In kleine bedrijven kan de ondernemer zelf de bhv’er zijn. Je moet dan zorgen dat jijzelf en je gasten bij een calamiteit snel in veiligheid kunt stellen. Bij jouw afwezigheid moet er een vervanger zijn om aan de eis te voldoen dat er altijd een bhv’er aanwezig is.
Op basis van de RIE stelt de werkgever het juiste aantal bedrijfshulpverleners vast. Zorg voor voldoende bhv’ers zodat er -rekening houdend met ziekte, vakanties of ploegendienst - altijd een bhv’er aanwezig is.
De werkgever blijft altijd eindverantwoordelijk voor de bedrijfshulpverlening en kan aansprakelijk gesteld worden bij incidenten met een onnodig slechte afloop. De Inspectie SZW houdt toezicht op arbeidsomstandigheden en kan een boete opleggen als de bedrijfshulpverlening in een onderneming niet in orde is.
Een herhalingscursus is niet verplicht. De wet zegt dat de bedrijfshulpverleners beschikken over een zodanige opleiding en uitrusting, in aantal en zodanig zo zijn georganiseerd dat zij de taken zoals genoemd in de Arbowet naar behoren kunnen vervullen. Je kunt voldoen aan deze verplichting door bijvoorbeeld brandoefeningen te organiseren voor je personeel of iemand van het Rode Kruis uit te nodigen voor uitleg. Als je een ontruimingsplan moet hebben, dan moet je ook regelmatig de ontruiming oefenen. Advies is om dit minimaal één keer per jaar te doen (en te registreren!). Als je er maar voor zorgt dat de kennis bhv up-to-date blijft. Dat je voldoende tijd besteedt aan het bijscholen van medewerkers moet je kunnen aantonen door een vorm van registratie. Dit kan bijvoorbeeld door het tonen van een bevestiging van de brandweer dat er een brandoefening is geweest, een verslag waarin staat dat je bhv hebt behandeld tijdens een werkoverleg, een certificaat van een cursus etc.
Je kúnt de bhv'ers ook een herhalingscursus bij een opleidingsinstituut laten volgen, maar dit is dus slechts een van de manieren om aan de wet te voldoen.
Opleidingsinstituten die zeggen dat een certificaat van de herhalingscursus maar een jaar geldig is, zeggen dit vanuit commerciële grondslagen en niet vanuit wettelijke grondslagen. Ze zien liever dat bhv'ers elk jaar bij hen op cursus gaan.
Bovenstaande punten zijn slechts suggesties. Let er op dat je registreert wat je allemaal hebt gedaan aan opleiding en opfrissing voor de bhv'ers, de arbeidsinspectie zal hier bij controle naar vragen.
In de wet is dit niet duidelijk geregeld. Op het moment dat er meerdere werkgevers verantwoordelijk zijn voor dezelfde situatie, dan is het aan te raden hierover gezamenlijk te overleggen. Uiteindelijk blijft wel iedere werkgever verantwoordelijk voor zichzelf en zijn eigen werknemers. Je zal dan moeten zorgen dat je een plan hebt dat voorziet in dit soort situaties. In dit plan wordt de veiligheid van alle gasten en werknemers gewaarborgd. Dit plan is opgenomen in de RIE en wordt getoetst door de arbodienst.
Ook hiervoor geldt dat dit afhankelijk is van hoe je de veiligheid van de gasten hebt geregeld. Je moet de veiligheid van je gasten kunnen waarborgen en dit omvat meer dan alleen een aantal bhv'ers. Je hebt dit geregeld in een plan dat is opgenomen in de RIE.