In april 2023 heeft het kabinet plannen aangekondigd om de arbeidsmarkt te hervormen. Het gaat hier om een breed pakket aan maatregelen met als doel om flexwerkers meer zekerheid te geven.
Een belangrijk onderdeel van deze plannen is onlangs uitgewerkt in een concept-wetsvoorstel. Hierin wordt onder andere voorgesteld om oproepcontracten voor algemeen gebruik af te schaffen en te vervangen door een basiscontract. Ook is er een plan om de regels voor tijdelijke contracten strenger te maken.
Lees ons eerdere artikel over deze plannen.
Zoals gebruikelijk is dit concept-wetsvoorstel ter internetconsulatie voorgelegd. Dit betekent dat iedereen op deze concept-wetgeving heeft kunnen reageren. Wij hebben dit uiteraard ook gedaan.
Blij met uitzonderingen, maar wel een aantal zorgen
Het gebruik van oproepcontracten wordt met deze wetgeving onmogelijk gemaakt en vervangen door het basiscontract. Wel blijft het mogelijk om een oproepcontract aan te gaan met jongeren onder de 18 jaar, scholieren en studenten. Zij hebben namelijk juist vaak behoefte aan flexibiliteit. We zijn blij met deze uitzondering, maar minder gecharmeerd van de wijze waarop dit wordt uitgewerkt.
Criterium 16 uur onwenselijk
De uitzondering voor scholieren en studenten geldt namelijk alleen als de scholier of student niet meer dan 16 uur per week gemiddeld op jaarbasis werkt. Wij vinden dit urencriterium onwenselijk en praktisch lastig uitvoerbaar. Het werkt beperkend en houdt onvoldoende rekening met de situatie dat een student in een bepaalde periode (plotseling) veel meer kan werken. Een urencriterium moet de flexibiliteit die deze werknemer juist wil niet in de weg gaan zitten.
Administratieve belasting neemt toe
Ook vinden we het bezwaarlijk dat de administratieve belasting van de werkgever toeneemt bij het gebruik van een oproepcontract. Een scholier of student moet steeds aan kunnen tonen dat hij nog schoolgaand is of studeert en de werkgever moet dit checken (controleren bewijs van inschrijving). Ook moet het urencriterium steeds goed in de gaten gehouden worden.
Strengere regels tijdelijke contracten
De regels voor tijdelijke contracten worden strenger. Nu geldt dat een werkgever een werknemer maximaal drie tijdelijke contracten mag geven in een periode van maximaal drie jaar. Daarna moet er een contract voor onbepaalde tijd worden aangeboden. De ‘keten’ van tijdelijke contracten die ontstaat wordt doorbroken als er een tussenpoos van minimaal zes maanden heeft plaatsgevonden. Deze periode wordt nu verlengd naar vijf jaar. Dit is een forse verlenging, maar we zijn blij dat de bestaande uitzonderingen voor jeugdigen en BBL-leerlingen blijven bestaan. Ook verandert er voor seizoenskrachten niets.
Hoge WW-premie voor oproepcontracten
We hebben verder aangegeven het vreemd te vinden dat de hoge WW-premie verschuldigd is voor oproepcontracten. We kunnen dit niet rijmen met de doelstelling om scholieren en studenten flexibel te kunnen laten werken en werkgevers niet te confronteren met de lasten.
Lees hier onze volledige reactie: Meer duidelijkheid over hervormen arbeidsmarkt en contracten | KHN