De situatie
Het arbeidsrecht
speelt een belangrijke rol voor de arbeidsmarkt. In het huidige arbeidsrecht
ligt de nadruk echter op verplichtingen van de werkgever. Op die manier blijven
mensen bij en blijven zij zelf ook wendbaar en beschikbaar op de arbeidsmarkt,
zo is de theorie. De bedoeling is dat zowel werkgever als werknemer worden
geprikkeld tot continue investeringen in competenties bij een krappe
arbeidsmarkt. Iets dat cruciaal is, omdat de beroepsbevolking vergrijst, en ook
de horeca de komende jaren (extra) vakmensen nodig heeft.
De wetgeving richt
zich steeds meer op de individuele rechtspositie van de werknemer ten opzichte
van de werkgever (minder opvolgende contracten bepaalde tijd; minder
nul-urencontracten, vastleggen van uren en dagen dat kan worden gewerkt,
vastzette van uren en arbeidspatronen; hogere werkgeverslasten bij
flexibiliteit versus “zzp”). Zo wordt flexibiliteit ontmoedigd:
- Oproepovereenkomsten worden alleen nog mogelijk voor een beperkte groep
werknemers (18+ en scholieren/ studenten met urennorm)
- Hoge werkgeverspremie
als contracten niet elk tijdvak in uren of geld hetzelfde is
- Verplicht
aanbod voor vast na elke 12 maanden oproepovereenkomst
- Verplicht
arbeidsaanbod na 3 tot 6 maanden met vastleggen arbeidsplaats en dagen en
tijden
- Doorbrekingstermijn ketenbepaling van zes maanden naar vijf jaar
- De ontslagbescherming is gedetailleerd vastgelegd in wetgeving met:
- Preventieve toets door UWV op economische noodzaak en bij ziekte
- Rechterlijke toets vooraf op andere redenen
- Behoud van de mogelijkheid van
beëindigingsovereenkomsten
- Transitievergoeding
Standpunt KHN
KHN vindt dat:
Arbeidsvoorwaardelijke afspraken en regels de arbeidsinzet en productiviteit
moet dienen. De combinatie van werk en privé mag niet leiden tot eenzijdige
rechten die slechts afbreuk doen aan inzetbaarheid en productiviteit. KHN ziet
dat in de Wet arbeidsmarkt in balans en in het nieuwe arbeidsmarktpakket
onvoldoende terug en vindt dat het volgende moet worden geregeld:
- Grondige
evaluatie en aanpassen van het arbeidsrecht en sociale zekerheden met
vertaalslag naar alle werkenden.
- Maatregelen voor de langere termijn richten
op maatwerk bij de arbeidsinzet in de onderneming.
- Een begrijpelijk en
toepasbaar ontslagstelsel.
- De mogelijkheid om van wettelijke bepalingen af te wijken moet worden verruimd (driekwart dwingend
recht). Dit moet niet alleen mogelijk zijn met een cao maar ook bij individuele arbeidsovereenkomsten.
Randvoorwaarden worden in de wet vastgelegd. Denk hierbij aan het aantal contracten bepaalde tijd, de
proeftijd, uitzondering op het vastleggen van arbeidsplaats en tijd, zondagsarbeid en nachtarbeid. - Regelmatige en vaste tijden zijn niet altijd en voor iedereen te organiseren of gewenst, wetgeving moet dat
respecteren. - Een gelijk speelveld voor alle werkenden (werknemer en zzp) met een evenwicht in lasten en verplichtingen om
armoedeval te voorkomen. - Een vlak loonheffingentarief voor arbeid als werknemer of zelfstandige, kortingen e.d. rechtstreeks tussen
belastingdienst en burger (niet langer via een werkgever).
Meer informatie