Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (het CBB) heeft zich uitgesproken in een kwestie over een TVL-aanvraag. Karlijn van Oss en Jessie Helsen, eigenaren van Noemme in Den Bosch hadden een bezwaar ingediend bij het CBB tegen de afwijzing van hun TVL-aanvraag. Daar waar veel starters geen voet aan de grond kregen, is het Noemme gelukt om haar gelijk te halen. De vraag was wanneer Noemme met haar bedrijfsactiviteiten was gestart en dus omzet begon te behalen in de referentieperiode. Het RVO vond dat de inschrijfdatum in het handelsregister van de Kamer van Koophandel als startdatum voor de bedrijfsactiviteiten gold. Het CBB kiest nu voor een andere benadering. Wat betekent deze uitspraak voor horecaondernemers?

Uit de onderliggende stukken bleek alleen dat na de datum inschrijving het pand eerst was verbouwd en de benodigde vergunningen voor de onderneming moesten worden aangevraagd. Deze werden enkele weken later verleend en pas toen mocht, en kon, de onderneming feitelijk open en omzet gaan behalen. De TVL werd geweigerd omdat, kort gezegd, de omzetderving minder dan 30% betrof ten opzichte van de referentieperiode. In die referentieperiode zaten ook de eerste weken waarin het bedrijf nog niet open kon/mocht en dus in het geheel geen omzet draaide.

Oordeel CBB

Het CBB kiest voor een andere benadering dan het RVO. Het CBB begrijpt dat bij een TVL-aanvraag de gegevens van het handelsregister eerst leidend zijn voor het RVO, omdat op deze manier snel heel veel gedupeerde mkb-ers kunnen worden geholpen. Maar als de ondernemer aan de hand van objectieve gegevens kan onderbouwen dat de ondernemingsactiviteiten, en dus het generen van omzet, feitelijk later zijn gestart, dan moet het RVO deze stukken in de beoordeling betrekken en indien nodig uitgaan van die (latere) datum waarop het bedrijf feitelijk open is gegaan als startdatum van de bedrijfsactiviteiten. Eerder heeft het CBB ook al uitgemaakt dat ten aanzien van de SBI-codes, waarmee meerdere bedrijfsactiviteiten van een onderneming bij de KVK staan geregistreerd, het RVO ook naar de feitelijke situatie mag kijken. Het heeft er dus alle schijn van dat het CBB praktischer naar dit soort kwesties kijkt dan het RVO.

Mogelijkheden in de praktijk

In het geval van Noemme gaat het om de TVL voor 2020. De omschrijving was toen anders in de voorwaarden voor de TVL. Er stond toen dat de startdatum van de bedrijfsactiviteiten gold. Nu staat er dat de inschrijfdatum bij de Kamer van Koophandel telt. Elke kwestie is anders en als je starter bent en denkt in een vergelijkbare situatie als Noemme te zitten, schakel dan een jurist in.

Een andere optie is om af te wachten hoe het RVO uitvoering gaat geven aan dit besluit. KHN voert hierover operationeel overleg met het RVO. Het kan zijn dat het resultaat ook van toepassing is op andere starters. Dat zou dan juridische stappen schelen. We houden je op de hoogte via onze website en de KHN Weekupdate. Lees het hele verhaal van Karlijn en Jessie op 1Vandaag.

Lees ook

Update: TVL Q4 en uitspraak CBB over starten en meten omzetverlies

Direct advies nodig?

We zijn ma t/m vr van 9.30 tot 16.00 uur telefonisch bereikbaar op 0348 48 94 89. Je kunt ook mailen naar info@khn.nl of je vraag stellen via het contactformulier.

Liever uitgebreider en persoonlijk contact? Maak dan een afspraak voor een online adviesgesprek via dit formulier.

Contactgegevens