De overheid heeft een aantal tools ontworpen om zowel opdrachtgever als zzp’er duidelijkheid te verschaffen inzake een mogelijke schijnzelfstandigheid:
Keuze van de zzp’er
De overheid wil eigenlijk twee zaken bereiken; enerzijds dat er geen misbruik wordt gemaakt van werknemers die min of meer verplicht worden op zzp-basis te werken. Anderzijds ook dat mensen onterecht op zzp-basis werken. In de gespannen arbeidsmarkt zien de zzp’ers een manier om minder belasting en premies te betalen. Het feit dat een zzp’er er dus zelf voor kiest om op die basis te werken en een zzp-overeenkomst met de ondernemer heeft ondertekend, is niet voldoende.
Nee. Het kan helpen als je kan aantonen dat je de zzp’er graag in loondienst wil nemen, maar als opdrachtgever ben je medeverantwoordelijk als er niet conform de wet wordt gewerkt. Kortgezegd, je bent samen verantwoordelijk voor de juiste contractvorm. Als opdrachtgever kun je ook in deze situatie te maken krijgen met de (fiscale) gevolgen vanwege schijnzelfstandigheid.
Ja. Het feit dat een zzp’er meerdere opdrachtgevers heeft, is niet het enige punt waarop een zzp-contract wordt beoordeeld. Als er bijvoorbeeld ook sprake is van een (sterke) gezagsverhouding kan de Belastingdienst alsnog oordelen dat dit werk feitelijk in loondienst zou moeten gebeuren.
Opdrachtgevers en opdrachtnemers zijn samen verantwoordelijk voor de juiste contractvorm. Voor zzp of loondienst gelden namelijk andere rechten en plichten. Om te weten wat het juiste contract is, moeten opdrachtgever en opdrachtnemer kijken naar hoe er in de praktijk gewerkt wordt; welke kenmerken horen bij een zzp-klus of een opdracht in loondienst.
Dit gevoel speelt in meerdere branches. Er zijn nu eenmaal werkenden die liever niet in loondienst willen werken. Het is niet duidelijk wat deze werkenden gaan doen op het moment dat ondernemers hen niet meer als zzp’er inlenen. Er bestaat natuurlijk een kans dat een gedeelte van deze werkenden op zoek gaan naar opdrachten in andere branches. Deze regels gelden echter voor heel Nederland, dus ook in andere branches zal er gekeken moeten worden of opdrachten op zzp-basis uitgevoerd kunnen worden of dat er sprake moet zijn van loondienst.
Het flexibel werken met personeel is onder de huidige wetgeving nog wel mogelijk. Zo kun je onder voorwaarden nog op basis van 0 uren contracten werken. Ook kan er nog op uitzendbasis personeel ingehuurd worden. Wil je weten wat er voor jouw bedrijf mogelijk is, neem dan contact op met KHN Advies.
Ook voor de ‘foutieve’ zzp’er geldt het risico op handhaving. Bovendien zal wetgeving in de toekomst, bijvoorbeeld de verplichting tot het hebben van een arbeidsongeschiktheidsverzekering, het onaantrekkelijker maken om op zzp-basis te werken. Maar in de praktijk zal vooral de opdrachtgever het meeste last hebben van de handhaving op de zzp contracten en financieel (fiscaal en arbeidsrechtelijk) risico lopen.
Niet meer of minder dan dat je geen contract aanbiedt. De wetgeving rondom zzp’ers bestaat al ruime tijd, het enige dat gaat veranderen is de handhaving door de Belastingdienst.
Nee, dat is niet automatisch zo, want een zzp-tarief is anders opgebouwd dan een bruto uurloon en overige arbeidsvoorwaarden. Wel kan discussie ontstaan over wat de hoogte van het uurloon had moeten zijn. Op dit moment is het nog lastig inschatten hoe we dit in de toekomst moeten bezien. De Horeca-cao geeft daarbij het minimale kader van de arbeidsvoorwaarden, waaronder de minimale hoogte van het uurloon.
Bij de beoordeling door de Belastingdienst wordt naar de gehele context gekeken, er zal dus kritisch moeten worden gekeken of er op punten discussie kan ontstaan. Daarna kun je 3 dingen doen:
Nee. De opheffing van het moratorium heeft geen terugwerkende kracht. De Belastingdienst zal vanaf 1 januari 2025 alleen handhaven op arbeidsrelaties die vanaf die datum niet correct zijn gekwalificeerd. Situaties van vóór 1 januari 2025 blijven onder het moratorium vallen en worden niet met terugwerkende kracht gecontroleerd of beboet, tenzij er sprake is van kwaadwillendheid.
In de praktijk betekent het opheffen van het handhavingsmoratorium dat de Belastingdienst tijdens controles naheffingen kan opleggen als er binnen bedrijven en organisaties sprake is van schijnzelfstandigheid. Zie voor meer informatie de site van de Rijksoverheid.
Deze vraag hebben wij uitstaan bij de Belastingdienst. Zodra we daar een antwoord op krijgen, zal dit hier worden bijgewerkt.
De Belastingdienst zal bij de inlenende partij aankloppen. Of dit verhaald kan worden op de werkende ligt ten eerste aan de onderlinge afspraken. Als je hier niets over afgesproken hebt, zal het lastig zijn deze kosten te verhalen. Heb je hier wel afspraken over gemaakt, dan lijkt het erop dat de kosten die een werknemer normaal gesproken betaalt, verhaald kunnen worden. De kosten die de werkgever draagt, lijken niet verhaald te kunnen worden. Maar we kunnen hier nog niet veel duidelijkheid over verschaffen, de verwachting is dat door middel van jurisprudentie hier in de toekomst meer duidelijkheid over wordt verschaft.
Kijk kritisch naar je zzp-bestand. Kun je niet aannemelijk maken dat er sprake is van een zzp-constructie, dan dien je het contract voor 1 januari 2025 te beëindigen.
In het Deliveroo-arrest van 24 maart 2023 heeft de Hoge Raad een aantal criteria geformuleerd voor de beoordeling of iemand werkzaam is op basis van een arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht. In de praktijk zie je dat lagere rechters bij de beoordeling van deze kwalificatievraag de Deliveroo-criteria toepassen.
De belangrijkste lijken: organisatorische inbedding (de inbedding van het werk en de werkende in de organisatie en bedrijfsvoering van de opdrachtgever) en ondernemerschap (gedraagt de zzp’er zich als ondernemer).
Werkt diegene bijvoorbeeld op dezelfde werkvloer met werknemers en heeft de werkende dezelfde regels en aansturing, dan wijst dit op een dienstverband. Gedraagt de werkende zich als ondernemer (door bijvoorbeeld aan acquisitie te doen, voor meerdere opdrachtgevers werken, een reputatie op te bouwen), dan zijn dit argumenten tegen een dienstverband. Het feit dat de werkende in eerste instantie heeft getekend voor een zzp-overeenkomst wil dus niet automatisch zeggen dat dit juist is en dat de werkende niets meer kan claimen.
Dit is een arbeidsrechtelijk vraagstuk. Je kan als werknemer in loondienst niet in een overeenkomst tussen partijen afstand doen van bijvoorbeeld de Horeca-cao of het arbeidsrecht.
Er zal altijd moeten worden gekeken naar alle toetsingscriteria. Het is dus niet zo dat het werken via het platform Temper ervoor zorgt dat er wel of geen sprake is van een zzp’er.
Dit is een lastige vraag om zo te beantwoorden, maar het is niet zonder risico voor jou als inlenend bedrijf. Als we alleen kijken naar de handhaving op schijnzelfstandigheid, dan is de verwachting dat de Belastingdienst gaat handhaven bij de partij die als werkgever moet worden gezien. In bovengenoemd voorbeeld zal dit het schoonmaakbedrijf zijn. Maar stel dat zij de claim van de Belastingdienst niet kunnen betalen en failliet gaan, dan zou er, op basis van de ketenaansprakelijkheid, ook een claim bij jou als inlenend bedrijf neergelegd kunnen worden. Of dit ook gaat gebeuren en of een rechter dit in alle gevallen redelijk vindt is erg situatie afhankelijk en lastig in te schatten.
Young Ones werkt volgens hun website met freelancers, zijnde zzp’ers. Ze werken dus niet met uitzendkrachten. Dat betekent dat wanneer je inhuurt via Young Ones, je werkt met zzp’ers. En je dus moet toetsen of er sprake is van een zzp’er of werknemer op basis van de gestelde criteria.
Als ze in loondienst zijn bij het bureau, dan zijn ze dus geen zzp’er. Er wordt dan bijvoorbeeld op uitzendbasis gewerkt. Het uitlenende bedrijf is formeel werkgever en verantwoordelijk. Echter, stel dat zij de premies niet juist afdragen, dan ben je als inlenende partij mogelijk wel aansprakelijk. Zie ook Waar moet ik op letten als ik samenwerk met een uitzendbureau?
Dit bedrag komt voor in het wetsvoorstel VBAR en is dus op dit moment nog niet ingegaan. Het tarief is één van de criteria om te bepalen of er sprake is van schijnzelfstandigheid. Er wordt naar meerdere criteria gekeken. Ligt het uurtarief onder €32,24? (wordt waarschijnlijk €33) Dan bestaat het rechtsvermoeden dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Dit rechtsvermoeden kan alleen door de werkende ingeroepen worden.
Dat is er op dit moment nog niet, maar één van de criteria is natuurlijk wel dat de vergoeding duidelijk hoger is dan wat binnen de sector normaal gesproken aan werknemers wordt betaald.
Dat is inderdaad vanuit de werkende fiscaal ongunstig. Er loopt een lobby om meer werken en "extra" werken in de horeca fiscaal voordeliger te maken, maar helaas zijn deze regels niet op korte termijn veranderd.
Je moet op basis van de criteria (kenmerken die horen bij een opdracht als zzp’er of in loondienst) afwegen of sprake is van schijnzelfstandigheid. Het motief van de werkende (hobby of om een hypotheek mee te betalen) doet in beginsel verder niet ter zake. Maar één van de criteria is natuurlijk wel dat de zzp-er zich als ondernemer profileert. Iemand die het werk hobbymatig erbij doet zal op dit punt waarschijnlijk niet als zzp-er ‘scoren’. Dit onderdeel is ook meegenomen in het Deliveroo arrest.
De kwaliteit van het werk is geen toetsingscriterium. Wat wel meeweegt is of de werkende zelf kan bepalen hoe het werk wordt uitgevoerd wordt, of het resultaat wordt beloond in plaats van de inspanning etc.
De overheid streeft naar 1 januari 2026, maar of dit ook daadwerkelijk gehaald gaat worden is nog niet bekend.
Zoals ook in het webinar genoemd, worden standaard modelovereenkomsten niet meer beoordeeld door de Belastingdienst. Bovendien kun je geen clausules opnemen in overeenkomsten die je vrijwaren van handhaving. Uiteindelijk gaat het er om wat er feitelijk gebeurt.
Dit is niet zo te beantwoorden, het gaat erom dat er gekeken wordt naar het gehele plaatje en hoe zich dat verhoudt tot de toetsingscriteria.
Daar zit geen onderscheid in. Een AOW-er kan een werknemer zijn of zzp’er, de kernmerken waarop beoordeeld wordt zijn hetzelfde.
Daar zit geen onderscheid in. Een werkende met een verblijfsvergunning kan een werknemer zijn of zzp’er, de kernmerken waarop beoordeeld wordt zijn hetzelfde. Blijkt uit de criteria dat er sprake zal moeten zijn van loondienst, dan kun je iemand met een verblijfsvergunning die alleen op zzp-basis mag werken dus niet aannemen.
Op zich mag dat, maar vanaf het 4e contract is er sprake van een contract voor onbepaalde tijd, dus dit lijkt niet een duurzame oplossing te zijn.