Minuren komen voor bij contracten waarbij een bepaald aantal contracturen is afgesproken. Wanneer er minder dan de contracturen wordt gewerkt, maar deze wel zijn uitbetaald, is er sprake van minuren.
De wetgever legt de verantwoordelijkheid voor het voldoende inroosteren van personeel volledig bij de werkgever neer. Ook wanneer je deze verantwoordelijkheid neerlegt bij bijvoorbeeld een bedrijfsleider, blijf je als werkgever eindverantwoordelijk. Houd dus ook goed zicht op de uren van degene die de roosters maken.
Vanaf 2022 geldt dat je binnen een vaste periode van 12 maanden minuren moet compenseren. Na deze 12 maanden vervallen de minuren. Dan is er wel loon uitbetaald, maar staat er geen werk meer tegenover. Je moet er dus voor zorgen dat de overeengekomen uren ook daadwerkelijk binnen de vastgestelde periode van 12 maanden worden gewerkt. Er is een uitzondering: als de oorzaak van de minuren in redelijkheid voor rekening van medewerker komen, dan heb je na de periode van 12 maanden nog 3 maanden de tijd om deze minuren te compenseren. Zorg ervoor dat je alleen minuren registreert als jij te weinig werk kan aanbieden.
Tip: Als de oorzaak van te weinig gewerkte uren bij de medewerker ligt, hoef je deze niet altijd als minuren te registeren. Ze kunnen bijvoorbeeld ook geregistreerd worden als onbetaald verlof of (te veel opgenomen) vakantie-uren. Leg deze zaken schriftelijk vast.
Wanneer je een jaarurengarantie met een medewerker hebt afgesproken en elke maand een gelijkmatige betaling doet, dan kan het zo zijn dat er in rustigere periodes minder gewerkt wordt. Dit kan dan verrekend worden met periodes waarin het drukker is. Wanneer een medewerker op onredelijke gronden weigert de uren in te halen, dan kan dit aangemerkt worden als werkweigering en kan de werkgever op basis hiervan de uren verrekenen met de eindafrekening. Als er bij einde van het dienstverband minuren zijn ontstaan door toedoen van de werknemer, dan kan de werkgever deze ook verrekenen met de eindafrekening. Het is noodzakelijk om dit te kunnen aantonen.
Wanneer de uren niet zijn ontstaan door toedoen van de werknemer, maar door de manier van roosteren van de werkgever, kunnen deze uren niet verrekend worden bij de eindafrekening.
Er geldt dat je als ondernemer voor alle medewerkers dezelfde periode van 12 maanden moet hanteren om te bepalen of er over- of minuren zijn opgebouwd. Je kunt kiezen voor een kalenderjaar (januari t/m december) of een vakantiejaar (juni t/m mei). Je mag ook een andere periode kiezen, maar deze keuze moet dan voor alle medewerkers in de onderneming gelden én opgenomen zijn in de individuele arbeidsovereenkomst.
Het kan natuurlijk ook gebeuren dat aan het einde van 12 maanden de medewerker meer dan zijn contracturen gewerkt heeft. Deze overuren kun je daarna nog 3 maanden lang inroosteren als tijd voor tijd. Lukt dit niet meer, dan moet je als werkgever deze overuren uitbetalen tegen 100% van het loon. Je moet deze uren uiterlijk in de maand na afloop van deze periode uitbetalen.