Hoe moet ik de nieuwe periodieken volgende de CAO van 2022-2023 toepassen voor mijn personeel? KHN geeft antwoord en advies!
Periodieken volgens de CAO 2022-2023
In de CAO van 2022-2023 is bepaald dat vanaf 1 januari 2023 een werknemer die een vakvolwassen vakkracht is, met een feitelijk loon tussen basis- en eindloon op 31 december van het jaar ervoor, recht heeft op een jaarlijkse periodieke loonsverhoging. Dit is opgenomen in artikel 4.11 van de CAO. Een voorwaarde voor de periodieke verhoging is dat de werknemer ten minste een vol kalenderjaar in dienst is geweest als vakkracht, in dezelfde bedrijfsfunctie, bij dezelfde werkgever. Er zit 2% verschil tussen twee opvolgende periodieken.
Toepassen periodieken
Om de systematiek van periodieken toe te passen moet de werknemer eenmalig in het periodieksysteem geplaatst worden. De systematiek is als volgt:
- Je kijkt naar het feitelijke loon dat een werknemer verdient vóór
1 januari 2023;
- dit loon schaal je in in de loontabel van 1 juli 2022 om te weten in welke periodiek het loon van de werknemer valt. Wanneer het loon tussen twee periodieken in zit, zal het loon naar boven worden afgerond om tot plaatsing in een periodiek te komen (bijvoorbeeld periodiek 4);
- de werknemer gaat vervolgens in de loontabel een periodiek omhoog, de periodieke verhoging bedraagt 2%. (van periodiek 4 naar 5 = 2% periodieke verhoging);
- kijk nu in de nieuwe loontabel van januari 2023 naar het loon dat hoort bij de nieuwe periodiek van de werknemer. Dit is het nieuwe loon van de werknemer vanaf januari 2023. Hierin is de eenmalige cao-loonsverhoging (art. 4.7 lid 5) van 2% voor vakkrachten direct meegenomen.
Let op:
- Er is geen periodieke verhoging verschuldigd wanneer een werknemer twee jaar op rij matig of onvoldoende functioneert op basis van de beoordeling van artikel 4.5 uit de CAO.
- De werkgever mag in plaats van de vaste verhoging onder voorwaarden ook een eigen periodieke verhoging voeren (zie hiervoor artikel 4.11 lid 5 van de CAO). De eigen periodieke verhoging mag niet lager zijn dan 2% per jaar, tenzij de eigen regeling dat in overeenstemming met de OR toestaat.