Gisteren vond er in de Tweede Kamer het Algemeen Overleg (AO) - Toerisme plaats, met als belangrijkste thema: het perspectief voor de toeristische sector. Alhoewel werd onderkend dat een deel van de toeristische sector zich de afgelopen maanden enigszins heeft kunnen herstellen, was het voor iedereen duidelijk dat veel bedrijven er op dit moment slecht aan toe zijn en dat steun, bij voorkeur op maat, heel hard nodig is.
In het overleg werd voornamelijk gesproken over vouchers in de reisindustrie, Europese coördinatie rondom reisbeperkingen, centrumvisies en het aantrekkelijk houden van de leefomgeving.
Zowel Martels (CDA) als Aartsen (VVD) pleitten voor een lange termijn visie voor de toeristische & recreatieve sector. Terug naar het oude normaal wordt als niet realistisch gezien; de sector zal door corona veranderen en hiervoor moet een nieuwe koers worden uitgestippeld. Moorlag (PvdA) hecht veel waarde aan het ontwikkelen van (lokale) centrumvisies als antwoord op bedrijfspanden die leeg komen te staan. Hij drong er bij de staatssecretaris op aan om hier niet alleen gezamenlijk met de retailsector aan te werken, maar hier ook andere branches zoals de horeca bij te betrekken.
Aartsen (VVD) en Schonis (D66) riepen de staatssecretaris ook op om maatregelen te nemen om het toeristisch seizoen te verlengen, bijvoorbeeld door gemeenten op te roepen ook in de winterperiode (meer) terrasruimte beschikbaar te stellen. Daarnaast pleitte Aartsen er ook voor om strandtenten de mogelijkheid geven om ook hun deuren in de winter geopend te houden. Om de gemiste schade voor strandbedrijven voor een deel te compenseren, werd al eerder bereikt dat onder bepaalde voorwaarden strandpaviljoens in het winterseizoen 2020-2021 op het strand mogen blijven staan. Hiermee besparen de paviljoens op de op- en afbreekkosten van een paviljoen. Exploitatie van de paviljoens was echter is in de plannen niet meegenomen. Staatssecretaris Keijzer gaf aan op dit vlak al veel goede initiatieven bij gemeentes te zien; initiatieven die o.a. te danken zijn aan de sterke lokale lobby van de KHN-afdelingen. Echter wil Keijzer niet in de verantwoordelijkheid van gemeentes, provincies en waterschappen te willen treden. KHN heeft voor het AO input meegegeven met betrekking tot de benodigde steunmaatregelen. Het debat hierover zal later deze maand plaatsvinden.
Naast de landelijke lobby voor steunmaatregelen, boeken ook de KHN-afdelingen successen. Zo voeren de lokale afdelingen continue overleg met gemeenten voor verdere steunmaatregelen voor de horeca. Naast lokale steunmaatregelen wil KHN dat gemeenten horecaondernemers ook deze winter meer ruimte bieden om te ondernemen, bijvoorbeeld door de uitbreiding van terrassen.