De bijschrijfplicht van leidinggevenden voor slijterijen is per 1 april komen te vervallen. In de aanloop hiernaar hebben wij op diverse momenten gepleit om deze kostbare en tijdrovende verplichting ook te laten vervallen voor horecabedrijven. Deze verplichting kost de branche namelijk 13 miljoen euro per jaar. Tot op heden is dit helaas niet gelukt. Uiteraard blijven we in gesprek met de Ministeries van VWS en Justitie en Veiligheid met als doel de kosten en administratieve lasten voor ondernemers in dit kader te verminderen.
Volgens de Alcoholwet moet een leidinggevende van een horecazaak op het aanhangsel bij de Alcoholvergunning bijgeschreven staan. Dat geldt voor leidinggevenden die eigenaar zijn en voor leidinggevenden die de algemene leiding hebben, maar ook voor dagleidinggevenden.
Gemeenten vinden dat ze de verplichting nodig hebben om ondermijning en criminaliteit tegen te gaan en om de openbare orde te bewaken. Daarom bieden ze weerstand tegen afschaffing ervan. Deze generieke wettelijke verplichting is voor veel ondernemers erg belastend. Bovendien zijn we van mening dat gemeenten voldoende andere instrumenten tot hun beschikking hebben om ondermijning en criminaliteit tegen te gaan. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat deze verplichting geen bewezen voordeel oplevert voor de openbare orde of het tegengaan van ondermijning of criminaliteit. Helaas is de landelijke overheid meegegaan met de wens van gemeenten en heeft de plicht alleen voor slijterijen afgeschaft en niet voor de horeca.
Wil je meer weten over onze lobby op dit gebied? Lees dan
Ondanks dat we de verplichting nu niet van tafel hebben gekregen, geven we nog niet op. Onze afdeling Belangenbehartiging heeft inmiddels een gesprek gehad met de Ministeries van VWS en JenV. Hierin hebben we duidelijk gemaakt wat deze verplichting voor onze leden betekent aan administratieve lasten, tijd, kosten en ergernis. Op dit moment werkt de staatssecretaris van VWS samen met het ministerie JenV uit op welke manier de gevolgen van het Alcoholbesluit gemonitord zouden kunnen worden. Tegelijkertijd gaat de staatssecretaris samen met het ministerie van JenV, de G4 en een aantal andere gemeenten, verkennen of alternatieven tot een grondige vermindering van administratieve lasten voor horecaondernemers leiden.
Ondertussen hebben Minister Yeşilgöz en staatssecretaris Van Ooijen gereageerd op vragen van Tweede Kamerleden Michon en Tielen over de bijschrijflplicht. Deze Kamerleden vonden dat een eerder voorgestelde wijziging (het amendement Bolkestein) niet goed werd uitgevoerd. Yeşilgöz legde uit dat de verplichting gemeenten in staat stelt om de achtergrond van de leidinggevenden te controleren. Ze kijken o.a. naar het strafrechtelijk verleden om zeker te zijn dat deze personen betrouwbaar zijn en geen openbare ordeproblemen zullen veroorzaken. Bovendien helpt deze registratie ook om te controleren of de horecaonderneming geen criminele activiteiten faciliteert door middel van een Bibob-toets. De horeca is volgens de bewindspersonen een kwetsbare branche voor criminele activiteiten en valt daarom binnen het toepassingsbereik van deze wet.
Als de verplichte bijschrijving op het aanhangsel bij de Alcoholwetvergunning komt te vervallen, gaan gemeenten er mogelijk voor kiezen om de bijschrijving op de exploitatievergunning te verplichten, zodat inzichtelijk blijft wie als dagleidinggevende van een onderneming fungeert. Op dit moment worden geen aantallen bijgehouden als het gaat om bijschrijvingen en weigeringen daarvan.