Aanvulling op derde steunpakket
Ook de komende maand kan de horeca niet op versoepelingen rekenen. Met een tweede horeca lockdown is aanvullende steun essentieel voor het voortbestaan van horecaondernemingen. De afgelopen maanden heeft KHN achter de schermen vol ingezet op een aanvulling op het derde steunpakket. De maatregelen die het kabinet vandaag in de Kamerbrief aankondigt, zijn een aanvulling op het derde steunpakket, waarmee het kabinet horecaondernemers voor een deel tegemoet komt.
Uiteraard worden de details de komende dagen goed bestudeerd om inhoudelijk meer te kunnen zeggen over wat dit precies voor horecaondernemers betekent. Dit is wat KHN nu weet:
- In Q4 en Q1 komt er een aanvulling op de TVL tot max 70% voor de zwaarst getroffen sectoren, waaronder de horeca.
- Er komt geen versobering van het steunpakket (o.a. NOW en TVL) per Q1 2021.
- De eenmalige subsidie Horeca Voorraad en Aanpassingen (HVA) van 2,7% van de omzetderving van eet- en drinkgelegenheden in Q4 blijft staan en wordt naar rato van het omzetverlies wat hoger. Het is een eenmalige subsidie die valt buiten de maximum van 90.000 euro van de TVL in het derde steunpakket en kent een eigen maximum van 20.000.
- Belastinguitstel tot 1 april 2021.
Het begin is er, verbeteringen zijn noodzakelijk
De aanvullende financiële steunmaatregelen die vandaag zijn aangekondigd zijn welkom én essentieel. Voor kleine bedrijven is het een verbetering, maar er zijn nog steeds horecaondernemers die buiten de boot vallen of te weinig compensatie krijgen. KHN beoordeelt het geheel als een beweging in de goede richting, want er worden stappen gemaakt. Maar verbeteringen zijn cruciaal om te voorkomen dat meer dan 50% van de sector op korte termijn omvalt.
Waar wringt de schoen?
- De maximale vergoeding van vaste lasten gaat van maximaal 50% vergoeding naar maximaal 70%, maar kent nog steeds een maximum van 90.000 euro per kwartaal. De verhoging van de vergoeding helpt grote of kapitaalintensieve bedrijven dus niet.
- Voor de TVL blijft gelden dat er een eigen risico van minstens 30% op de vaste lasten overblijft.
- De TVL geldt als omzet voor de NOW, wat betekent dat ondernemers een wat lagere NOW subsidie ontvangen.
- De NOW wordt niet verder versoberd, maar blijft op 80%. Dat betekent dus een eigen risico voor een ondernemer van minstens 20% op de loonsom.
- Minister Wiebes gaf feitelijk aan dat ondernemers over dat ‘eigen risico’ in gesprek moeten gaan met leveranciers zoals verhuurders en brouwers. Dat is natuurlijk een illusie. Als leveranciers al een bijdrage willen leveren, kunnen ze dit niet omdat ze inmiddels zelf ook in moeilijkheden verkeren.
- Een aanzienlijke groep ondernemers is hiermee niet geholpen, zoals groepen van ondernemingen die als groot bedrijf buiten de regeling vallen en starters die helemaal geen aanspraak kunnen maken op steun.
Wat is er volgens KHN nog nodig?
In de aanvullende steunmaatregelen ziet KHN een deel van de door KHN ingebrachte punten uit het KHN-noodplan terug. Maar daarmee is lang niet alles ondervangen. De sector is voor de tweede keer dit jaar verplicht gesloten en heeft vijf maanden op halve kracht moeten ondernemen door de opgelegde beperkingen. Daarom is aanvullende steun nodig:
- Geen afbouw van de NOW: De NOW-vergoeding moet weer terug naar 90%.
- Met betrekking tot de TVL:
- KMO-begrenzing moet worden weglaten: de TVL-vergoeding moet per vestiging beoordeeld worden en niet per groep.
- De TVL-vergoeding moet naar 100 procent over de periode met sluiting. Zonder een maximum.
- De subsidie Horeca Voorraad en Aanpassingen (HVA) moet een vervolg krijgen middels een opstartvergoeding in Q1 2021. - Het Time-Out-Arrangement (TOA) moet zodanig worden aangevuld, zodat alle partijen -afgedwongen - pijn nemen in het niet oplopen van schulden en het kwijtschelden schulden (huur, financiering, belasting etc.).
- De tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO) moet worden voortgezet.
- Starters staan nu met lege handen en verdienen een eigen steunregeling. Deze zou ten minste moeten bestaan uit een nominale vergoeding aan tegemoetkoming in vaste lasten en een vergoeding van een percentage van de loonkosten van dienstverbanden die voor 15 maart 2020 zijn aangegaan.
- Ontslagen worden onvermijdelijk. Voorkom dat werkgevers die het al zwaar genoeg hebben ook nog eens verplichte transitievergoedingen moeten betalen. Die transitievergoedingen moeten direct worden vergoed aan werknemers via het UWV.
- Deeltijdontslag (en dus ook deeltijd-WW) moet mogelijk worden gemaakt. Zo blijft een deel van de werkgelegenheid behouden en kunnen bedrijven gemakkelijker na de crisis weer opschalen. Dit bevordert straks de snelheid van het economisch herstel en voorkomt dat medewerkers werkloos thuis komen te zitten.
- De toepassing van een hoge WW-premie (Wab) moet van de baan.
- Er moet perspectief op heropening komen. Ondernemers moeten de financiële ruimte krijgen om weer op te starten.