De bruine rat en huismuis zijn veelvoorkomende plaagdieren in Amsterdam. Deze dieren verspreiden zich graag rondom mensen, vooral in omgevingen met voedsel zoals horecabedrijven. Ze zijn berucht om hun snelle voortplanting en kunnen via voedsel en afval ziektekiemen verspreiden.

In het verleden was plaagdierbestrijding gericht op het doden van dieren, wat vaak resulteerde in een verhoogde voortplantingsdrang. Symptoombestrijding zonder de onderliggende oorzaak aan te pakken werkt op de lange termijn averechts. Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen leidt bovendien tot resistentie, wat het probleem alleen maar verergert.

Op 23 oktober vond de gratis preventieworkshop van KHN Amsterdam in samenwerking met de GGD plaats. Tijdens deze bijeenkomst werden ondernemers geïnformeerd over de beste strategieën om ratten- en muizenoverlast effectief te voorkomen en te bestrijden. Dit artikel vat de belangrijkste uitkomsten van de workshop samen en biedt praktische tips die kunnen helpen bij een structurele aanpak. In de bijlage tref je de sheets van deze bijeenkomst aan.

IPM – een duurzame aanpak
Integrated Pest Management (IPM) is een gestructureerde methode om plaagdieren zoals ratten en muizen effectief te beheersen. In plaats van enkel te bestrijden, legt IPM de nadruk op preventie en het creëren van een omgeving die onaantrekkelijk is voor knaagdieren.

De vier pijlers van IPM

  1. Preventie en habitat-management
    IPM begint met het weren van plaagdieren door structurele maatregelen. Denk aan het dichten van kieren en gaten, het aanpassen van de omgeving en het zorgen voor goede opslag van voedsel. Dit voorkomt dat ratten en muizen makkelijk toegang krijgen tot je zaak.
  2. Monitoring en drempelwaarden
    IPM werkt met drempelwaarden, waarmee je bepaalt vanaf welk punt er ingegrepen moet worden. Niet elke muis vraagt om rigoureuze maatregelen. Met regelmatige inspecties en monitoring houd je in de gaten of er knaagdieractiviteit is.
  3. Niet-chemische middelen
    Digitale logboeken zijn handige hulpmiddelen die knaagdieractiviteit vroegtijdig signaleren, zodat je snel kunt ingrijpen met klemmen en vallen met sensoren.
  4. Chemische middelen
    Pas als preventieve maatregelen en niet-chemische middelen onvoldoende effect hebben, mag er bij hoge uitzondering chemische bestrijding worden ingezet. Deze middelen mogen alleen worden toegepast door gecertificeerde bestrijders en onder strikte voorwaarden.

Praktische Maatregelen:

  • Hygiëne en afvalbeheer: Houd voedsel en afval goed afgesloten. Vuile containers zijn vaak bronnen van overlast; reinig deze regelmatig.
  • Schoonmaak: Stel vaste schoonmaakschema’s op en zorg dat iedereen in het team deze naleeft.
  • Bijhouden logboeken: Bij controle door de NVWA kan een goed bijgehouden logboek een waardevol verdedigingsmiddel zijn.

Bouwtechnische aanpassingen:

Ratten kunnen binnenkomen door openingen vanaf 1 cm; voor muizen is een opening van 5 mm voldoende. Dicht kieren en gaten zorgvuldig:

  • Kleinere gaten: Gebruik staalwol, RVS-gaas (5 mm maaswijdte) of speciale rubbers om kieren af te sluiten.
  • Grotere openingen: Cement of Trespa-beplating zijn effectief voor grotere gaten. Trespa is duurzaam en knaagbestendig.
  • Voorkomen van geursporen: Ratten volgen geursporen, dus reinig en desinfecteer grondig om geurpatronen te doorbreken.

Meldingen en collectieve aanpak

  1. Meldingen bij de GGD en Gemeente: Overlast melden kan bij de Gemeente Amsterdam via meldingen.amsterdam.nl. Particuliere meldingen krijgen vaak sneller een terugkoppeling.
  2. Samenwerken met Gebiedsmakelaar en BIZ
    De gebiedsmakelaar, BIZ, straatmanager en buurtbewoners zijn belangrijke partners in een collectieve aanpak tegen plaagdieren. Als er meerdere meldingen en signalen komen dan zal de GGD een onderzoek instellen en ondersteunen bij de aanpak van ongediertebestrijding in het publieke domein. Meerdere meldingen kunnen het verschil maken en geven ook meer inzicht aan de GGD. Weet je (nog) niet wie je gebiedsmakelaar is, zoek dan op adres of postcode via: Gebiedsmakelaars - Gemeente Amsterdam.

Controle en sancties door NVWA

De NVWA hanteert strikte richtlijnen en voert controles uit. Constateert de NVWA tekortkomingen, dan kun je te maken krijgen met waarschuwingen of boetes. Bij herhaalde overtredingen of ernstige tekortkomingen kan de NVWA je bedrijf onder verscherpt toezicht plaatsen. Dit betekent dat ze vaker langskomen, wat kosten en extra aandacht vraagt.

De NVWA heeft goede info op hun website staan:

Overige tips en opleiding

  • Personeel trainen: Schakel een gecertificeerd plaagdierbeheerser in of overweeg zelf opgeleide werknemers. Organisaties zoals het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) en bedrijven als Killgerm bieden trainingen aan.
  • Afval in de Omgeving: Betrek ook pandeigenaren en buurtwinkeliers bij preventieve maatregelen. Vuile omgevingen zijn een bron van overlast; zorg voor een goede afvalstroomcontrole.

Let op: we merken dat veel ondernemers onvoldoende grip krijgen op ongediertebestrijding. Dit komt vaak doordat men ervan uitgaat dat het probleem volledig opgelost zou moeten zijn zodra een ongediertebestrijdingsbedrijf is ingeschakeld en de aanbevolen maatregelen lijken te zijn opgevolgd. In de praktijk blijkt echter dat succes alleen haalbaar is met een voortdurende focus op het gehele proces en structurele aandacht voor opvolging. Controle op naleving van maatregelen en het monitoren van nieuwe signalen, bijvoorbeeld op andere plekken waar ongedierte zich kan ophouden en plekken waar nieuwe of onontdekte gaten zitten, moet een integraal onderdeel worden van de bedrijfsvoering. Ook het opruimen van etensresten, vet e.d. is vaak niet goed gedaan. Het is essentieel om specifieke medewerkers verantwoordelijk te maken voor deze processen. Ondernemers die deze focus vasthouden, blijken wel grip te krijgen op ongedierteproblemen. Zelfs in omgevingen waar muizen en ratten volop aanwezig zijn is met een gestructureerde en volgehouden aanpak met effectieve controle resultaat geboekt.

Bijgaande checklist biedt een handig overzicht van preventieve maatregelen. Het kan helpen bij het organiseren van de nodige stappen, van preventie tot samenwerking met een plaagdierbeheerser​.

Direct advies nodig?

We zijn ma t/m vr van 9.30 tot 16.00 uur telefonisch bereikbaar op 0348 48 94 89. Je kunt ook mailen naar info@khn.nl of je vraag stellen via het contactformulier.

Liever uitgebreider en persoonlijk contact? Maak dan een afspraak voor een online adviesgesprek via dit formulier.

Contactgegevens