Grand Hotel De Draak is het oudste hotel en zelfs de oudste onderneming van Nederland. Daar moeten wel bijzondere verhalen en inspirerende lessen te vinden zijn. We spraken daarom met Frans Hazen, vanaf 1984 eigenaar van het hotel dat zich sinds deze zomer hofleverancier mag noemen. Hij neemt ons mee in de bijzondere geschiedenis van De Draak, vertelt over het noodlot dat hem verschillende keren trof en deelt waardevolle tips en inzichten.
Hoe oud De Draak precies is, is een mysterie. Wat we wel weten is dat het pand aan de Grote Markt in Bergen op Zoom er al eeuwen staat. Uit onderzoek dat in opdracht van Frans Hazen is uitgevoerd, blijkt dat De Draak dateert uit het begin van de dertiende eeuw. Dat er veel onduidelijk is over de geschiedenis van het pand, komt door een grote brand die het centrum van Bergen op Zoom trof in 1397. Bijna de hele stad brandde af. Er bleven slechts twee panden gespaard, De Draak en De Oliphant. “Omdat ook het stadsarchief werd verwoest, is er vrijwel geen informatie over De Draak van voor de brand. Wel is zeker dat het pand vanaf 1397 ononderbroken een horecafunctie gehad,” weet Frans te vertellen. “In de middeleeuwen werden er kooplieden ontvangen uit onder andere Engeland, Frankrijk, Duitsland en Italië. Hun koopwaar werd opgeslagen in de kelders van het hotel - toen nog herberg - en er was ook uiteraard ruimte voor hun paarden.”
De brand in 1397 was niet de laatste brand die De Draak trof. Sinds Frans eigenaar is van De Draak ging het zelfs twee keer mis in het hotel, dat inmiddels was uitgebreid met verschillende panden naast én tegenover De Draak. “In 2005 ontstond er brand in een nabijgelegen Chinees restaurant dat oversloeg naar een van onze panden.” Het gebouw overleefde de brand gelukkig. “Dit gebeurde in hetzelfde jaar dat mijn oudste dochter overleed na een val van haar paard. Een rampjaar dus.” Frans ging ondanks de tegenslagen door, maar na een aantal relatief rustige jaren sloeg in 2013 het noodlot opnieuw toe. “We hadden een schitterende wellness aan laten leggen,” vertelt Frans. “Waarschijnlijk is er kortsluiting ontstaan in de opgietsauna. Er sloeg een grote brand uit en het hele hotel moest ontruimd worden. Toen was er wel even de angst dat het pand het niet zou overleven. Gelukkig was dat niet het geval, maar later dat jaar kwam er nog een klap in deze loodzware periode: mijn tweelingbroer overleed onverwacht aan een hartstilstand."
Frans heeft na deze ervaringen een belangrijke tip voor andere horecaondernemers: “Neem een goeie verzekeringsexpert in de hand en kijk kritisch naar de uitkeringstermijn van je bedrijfsschadeverzekering,” drukt hij collega’s op het hart. “Na de brand in 2005 was de schade aan het pand in elf maanden hersteld. Dat viel precies binnen de uitkeringstermijn van een jaar. Mijn verzekeringsexpert wees me er toen op dat als De Draak zelf zou afbranden, de schade nooit binnen een jaar hersteld kon worden. Ik heb toen de polis aangepast naar een uitkeringstermijn van twee jaar, voor alle vijf de middeleeuwse panden die bij het hotel horen. Dat kost jaarlijks flink meer geld, maar bij de tweede brand is dit wel mijn redding geweest. De renovatie van De Draak heeft vijftien maanden geduurd en ook de impact van imagoschade na twee branden moet je niet onderschatten. Gelukkig werd de schade dankzij de oplettendheid van mijn verzekeringsexpert en de aanpassing in mijn polis allemaal vergoed.”
KHN-leden kunnen gratis een Goed-Verzekerd-Check van KHN Verzekeringen aanvragen. Zij kijken dan samen met jou naar jouw verzekeringen, de bijbehorende dekkingen en polisvoorwaarden en geven vrijblijvend advies. |
Hoewel de coronaperiode – net als voor iedere horecaondernemer - zwaar was voor Frans en zijn Draak, zijn er ook mooie inzichten uit voortgekomen. “Ik ben tijdens de crisis eens kritisch door mijn bedrijf gaan wandelen en ontdekte verschillende verbeterpunten.” Tijd voor een grote verbouwing dus. Zo wordt de keuken flink aangepast . “Deze komt in het midden van het bedrijf te liggen, zodat gasten door de keuken kunnen lopen om hun ontbijt te halen. Dit is een leuke beleving en de kok kan dan direct in de keuken gerechten voor de gasten klaarmaken,” vertelt Frans enthousiast. Daarnaast bevielen de tijdsblokken die tijdens de pandemie ingevoerd werden zo goed, dat hij heeft besloten het zo te laten: “Gasten kunnen nu in blokken komen, waardoor er niet meer dan dertig mensen tegelijk aan het ontbijten zijn. Het serviceniveau gaat hierdoor ook een stuk omhoog, en dat wordt erg gewaardeerd door de gasten.” Daarnaast komen er chef’s tables, zodat gasten letterlijk een kijkje in de keuken kunnen nemen tijdens het dineren. En de keuken wordt volledig gasloos, want ook de toekomst van onze planeet is voor Frans belangrijk.
De Draak heeft, anders dan veel andere bedrijven in de branche, geen last van het personeelstekort. Hoe dat kan? Frans: “We betalen ons personeel goed en daarnaast staat De Draak in de regio en bij de onderwijsinstituten bekend als een heel goed leerbedrijf. We trainen niet alleen leerlingen en stagiaires, maar ook onze vaste medewerkers geven we de ruimte om zich te blijven ontwikkelen.” Zijn filosofie: “Je moet je personeel zó opleiden dat ze direct bij de beste concurrent terecht kunnen, maar ze zo behandelen dat ze niet weg willen.” Ook wederzijds vertrouwen speelt een grote rol. “Ik bemoei me bijvoorbeeld nooit met het rooster. Dat regelen de medewerkers onderling. Daarnaast houd ik ze op de hoogte van het wel en wee van het bedrijf. Ik vertel ze hoe het hotel er financieel voor staat en laat personeel meebeslissen bij investeringen. Zo laat ik de keukenploeg de verbouwing van de keuken regelen. Natuurlijk kijk ik wel mee en houd ik het budget in de gaten, maar zij weten het beste wat ze nodig hebben om hun werk goed te kunnen doen.”
Frans heeft nog een advies voor horecaondernemers: “Wissel eens wat vaker van gedachten met collega’s. Je kunt natuurlijk een duur adviesbureau inschakelen, maar ervaringen uitwisselen met andere horecaondernemers is in mijn ogen veel waardevoller.” Hij nodigt vakgenoten dan ook van harte uit in zijn hotel. “Ik krijg vaak collega’s op bezoek die een hapje komen eten, maar ook van gedachten willen wisselen. Ik ruim met alle liefde en plezier tijd in om mijn visie te delen met vakgenoten.”